Gokkasten Archief Verhalen

Lees de Boeiendste verhalen uit Nederlandse Gok Geschiedenis

Van de Wijngaard

Van de Wijngaard, al 3 generaties actief in de branche

Stukje uit Automaten Magazine Maart 2002

” Van de Wijngaard  Speelautomaten: Vergeet ook het sociale aspect niet”

Ruim zestig jaar zit de familie Van de Wijngaard in de amusementsbranche. Eerst, zoals zovelen in de speelautomatenbranche, op de kermis. ‘Mijn opa had daar een aantal machines staan. Vooral de zogenoemde schuifspelen deden het goed’, zegt Alexander van de Wijngaard, inmiddels de derde generatie die in het familiebedrijf actief is.

Over het heden weet hij genoeg te vertellen maar volgens vader Marcel is hij ook goed thuis in het verleden van het bedrijf. ‘Dus daar was ik mooi klaar mee’, zegt hij als Automaten Magazine arriveert.

Kermisverleden

‘Wij zijn nog verwant aan de familie Janvier, een heel bekende naam uit het kermisverleden natuurlijk’, zegt Alexander van de Wijngaard. Maar na de oorlog legde grootvader Van de Wijngaard zich vooral toe op de exploitatie van amusementsautomaten. ‘Jukeboxen en flippers, zoals de meeste mensen uit deze branche deden. Later kwamen de bingo’s en de eerste kansspelautomaten erbij.’ Er werd geëxploiteerd in Brabant, maar ook in Zeeland.

In 1982 werd echter door Marcel van de Wijngaard de automatenhal geopend die nu nog op hetzelfde pand, op de hoek van de Ginnekenweg, is gevestigd.

van den wijngaard gokkasten
Het risico dat de kansspeelautomaat met zich meebrengt, wordt door Van de Wijngaard volkomen erkend.

Niet ten koste van de spelers

‘We waren heel graag ergens anders gaan zitten met de hal hoor’, vertelt Alexander. ‘Sterker, we hadden het pand al gekocht en de gemeente zegde haar medewerking toe. Een mooi pand, buiten het centrum, geen school in de buurt, wat wil je nog meer. Maar de buurt heeft het uiteindelijk tegen weten te houden. Voor ons was toen de keuze: dan maar hier uitbreiden, je moet met je tijd meegaan en de ontwikkelingen op de voet blijven volgen.

Je moet uitkijken om niet achterop te raken. We praten met Alexander van de Wijngaard in het Kasinet, het sfeervolle amusementscenter van de familie Van de Wijngaard. Sfeervol was het altijd al wel, maar ook knus. Tot voor kort was het een kleine. maar intiem gezellig center. Maar na een ingrijpende verbouwing is het center flink gegroeid, met twee verdiepingen waar 68 kansspelautomaten plus vijf meerspelers staan.

Op de bovendieping heeft men de “Bingo-hal” gemaakt. “Toen mijn vader in 1982 met de hal begon was het erg klein. Daar hadden we een paar flippers en videospelletjes staan en die waren bijna constant bezet hoor. Later zijn er de kansspelautomaten bijgekomen.

Inmiddels zijn er alleen nog maar kansspelautomaten in het Kasinet. Geen behendigheid meer dus. Een weloverwogen keuze, volgens Alexander. ‘Ja, want wij denken dat je bij een combinatie, ook al heb je dan gescheiden ingangen, de jeugd toch in de verleiding brengt om te gaan spelen op de kansspelautomaten. En dat is nu eenmaal niet de bedoeling. Het risico dat de kansspelautomaat met zich meebrengt, wordt door Van de Wijngaard volkomen erkend. ‘Onze mensen letten hier erg goed op, iemand die volgens ons te lang speelt, wordt daar op aangesproken. Wij willen de sfeer hier prettig houden. En dat betekent dat je het ook in de hand moet houden. Verslaving is voor niemand goed’.

Daarom hoopt Alexander van de Wijngaard dat ook de collega’s verstandig met hun producten omgaan. ‘De meerspelers zijn zonder meer een aanwinst voor de amusementscenters. Het sociale aspect is voor ons belangrijk. Daarom hebben we ook minder automaten dan dat we eigenlijk neer kunnen zetten. We hebben een vergunning voor honderd automaten. Maar zo is het het best, met de nodige loopruimte.’

Concullega’s

Breda. Daarbij denk je aan één van de eerste staatscasino’s en natuurlijk Pierre de Jonge, al vele jaren een begrip in de branche. En Van de Wijngaard. Wij kunnen prima opschieten met Pierre de Jonge. We zijn elkaars “concullega’s” zeg ik weleens. Natuurlijk ben je elkaars concurrent, maar de verhoudingen zijn te goed om elkaar dwars te zitten. Toen wij nog exploitatieadressen in Zeeland hadden, kwam het weleens voor dat Pierre opa belde, ze deden dan weleens reparaties voor elkaar. En nu hebben we bijvoorbeeld een gezamenlijk hallenverbod. Een speler die er bij ons niet in mag, komt er bij Pierre de Jonge ook niet in. En ook naar de gemeente toe hebben we altijd samen opgetrokken.”

Met Holland Casino ligt het iets anders. Alexander van de Wijngaard: ‘Ja, natuurlijk. Dat komt ook omdat voorheen het casino dingen voor elkaar kreeg die wij niet mochten. De laatste jaren is dat wat minder erg, maar toch. Maar je ziet ook dat er meer mensen vanuit het casino onze richting op komen. Het zogenaamde kwartjespubliek. Die zijn ze bij het casino liever kwijt dan rijk. Bij ons zijn ze meer dan welkom. Juist die mensen die voor een kwartje, nu dan twintig eurocent, willen spelen, moeten ook de kans krijgen. Omdat niet iedereen op groffe machines wil spelen. En in het casino ben je al snel 35 gulden kwijt waar je bij ons vijf gulden verliest.’

Breda als voortrekker

Breda was een van de gemeenten waar de kansspelbranche serieus werd genomen. Als eerste had men ook een convenant en kwamen er automatenwachters. ‘Vooral Nijpels was iemand die heel reëel was, die begreep dat je met verbieden weinig kon bereiken. Een verademing was dat hoor. Want aan de voorgangers van Nijpels hebben de exploitanten weinig goede herinneringen. Van de Wijngaard: ‘Schei uit zeg. met die mannen was niets te beginnen, die zagen ons als criminelen. Verschrikkelijk was dat. Nijpels maakte er veel werk van, later bleef hij betrokken bij de branche, gezien de aangepaste “Nijpelsmachine”. Maar ook nu nog zijn de contacten met de gemeente goed.

‘Ook met de huidige burgemeester kunnen we praten. Men is bij de lokale overheid ook goed op de hoogte van alles wat er speelt rond deze branche. Dat is in andere gemeenten wel eens anders, dat hoor ik regelmatig.’ Het beleid dat nu door de landelijke overheid wordt gevoerd is eigenlijk een vervolg op wat er al jaren in Breda gebeurde, meent Alexander van de Wijngaard. ‘Ik denk dat je de gemeente Breda best wel als voortrekker mag beschouwen’, zegt hij.

Zelfstandig blijven

Het Kasinet heeft een drukke tijd achter de rug. Natuurlijk was daar de ombouw voor de euro, maar daarnaast heeft de zaak een ingrijpende verbouwing ondergaan. In alle opzichten beantwoordt het amusementscenter nu aan de voorwaarden en eisen die gelden voor het betere amusementscenter.

Men is ook KEMA-gecertificeerd. Het amusementscenter ziet er perfect uit, is licht en overzichtelijk. En ruim, al zou je dat aan de buitenkant niet zeggen. ‘Daar moeten we nog wat aan doen, die buitenkant verdient nog een opknapbeurt’, aldus Alexander van de Wijngaard. Nog dit jaar wil men dat in orde hebben. En verder? Plannen genoeg, zo blijkt. ‘Die hebben we altijd. Tja. een tweede center behoort altijd tot de wensen. We proberen ook mee te doen als er een vergunning vrij komt. Maar meestal zijn het toch de grote jongens die dan aan het langste eind trekken.”

In een tijd van samengaan en overnames wil Van de Wijngaard zelfstandig blijven. Twee BV’s heeft men overigens. Directeur van de exploitatie is Ben Raesssen, Marcel van de Wijngaard is directeur van het Kasinet. Later zal Alexander de scepter overnemen, zo is de verwachting. ‘Ik leerde het bedrijf en de branche natuurlijk als kind al kennen. Toen ik zestien was ging ik meehelpen met kasten bijvullen en dat soort dingen. Op mijn achttiende, meteen na mijn school, kwam ik in vaste dienst als monteur. Tja, mijn vader zei steeds dat hij op zijn vijftigste zou stoppen. Hij is nu 53 en hij doet nog evenveel. We zullen wel zien hoe het verder gaat, op dit moment gaat het in elk geval prima.’

Bronvermelding: Automaten Magazine Maart 2002