Door onze website te bezoeken, stemt u in met ons gebruik van cookies.
VAN Biografie
Info over het begin van de V.A.N.
Hieronder een artikel uit de begintijd van de V.A.N. (1987?) met enkele aanvullingen.
Lid van de organisatie zijn fabrikanten, importeurs, grossiers en exploitanten van speelautomaten. De meeste van hen, 450 in getal, zijn exploitant. Het zijn financieel krachtige ondernemingen met veel know-how, hoog gekwalificeerde medewerkers en de dienstverlening staat hoog in het vaandel.
De speelautomatenbranche heeft af te rekenen met een verleden, waarin het spelen op automaten door een achterhaalde wetgeving officieel was verboden, maar oogluikend werd toegestaan. Hierdoor heeft de bedrijfstak bijna veertig jaar lang “in de schaduw” moeten opereren.
Toen na de tweede wereldoorlog de jukebox en de speelautomaat vanuit Amerika hun plaats in de Nederlandse horeca- ondernemingen veroverden, was er een Wet op de Kansspelen die “het spelen om prijzen of premies” verbood.
Zelfs toen daar in 1973 door een wetswijziging verandering in kwam, waardoor Nederland casino’s kreeg en de Duitse loterijen plaats moesten maken voor de Nederlandse toto en lotto, bleef het spelen op automaten verboden en de branche in de kou staan. Dit heeft de bedrijfstak weinig goed gedaan. Vijftien jaar lang heeft de V.A.N. strijd gevoerd met de Nederlandse overheid om het spelen op automaten te legaliseren en aan regels te binden. Uiteindelijk is het gelukt, op 1 december 1986, maar de effecten van een verboden, maar gedoogde ontspanning, ijlen nog na.
Stukje uit Automaten Magazine Februari 1996
Het was 1 januari 1971 toen Paul de Waal, Steef Rouvoet, Harry Vale en Tini Roeffen hun handtekeningen zetten onder de officiële akte die de oprichting van de VAN betekende. De Vereniging Automatenhandel Nederland (V.A.N.) was daarmee een feit.
De advocaat Tiny Roeffen (links) was ook één van de oprichters. Hij verdween echter al na vier jaar van het toneel. Rechts van hem zitten Wim van Gentevoort en Kees Wetsteijn (foto uit 1973)
25 Jaar na dato spreken we met twee van de vier grondleggers. Paul de Waal is in 1986 overleden en Tiny Roeffen verdween al na vier jaar van het toneel. Het zijn Steef Rouvoet en Harry Vale die de herinneringen ophalen.
Alhoewel, ze zijn nou niet bepaald in het verleden blijven steken. Zoals het voortvarende zakenlui betaamt zijn ze nog steeds gericht op de toekomst. Een verhaal over “weet je nog, toen in het begin?”
Ze waren collega’s, maar bovenal maatjes: Steef Rouvoet en Paul de Waal. Ze hadden ieder een leuk bedrijf. Ze handelden ook in leuke produkten, vooral uit Amerika: jukeboxen, flipperkasten, kranen en bingo’s. Er gold maar één wet in die tijd. En die luidde: gokautomaten mogen niet.
Alleen als een vergunning werd afgegeven, mochten flippers en bingo’s worden opgesteld, maar uitbetalen was er niet bij. Ook premies en vrije spelen waren uit den boze. In 1969 echter deed de Hoge Raad een belangrijke uitspraak over de bingo. Voortaan mochten vrije spelen worden gegeven. Een vrij spel is geen prijs of premie.
De vader van Harry Vale, Frans Vale, vond dat de tijd rijp was voor een vereniging die zich landelijk sterk zou maken. Er waren wel een handjevol andere belangenverenigingen zoals de Dr. Fred Schuh Stichting voor de groothandel, de Music Co-operation (MC) voor de horeca-exploitanten en Autex voor de haleigenaren, maar die hielden zich meer bezig met hun eigen gebied.
Frans Vale belde Rouvoet op. ‘Ik had net in mei de eerste upright binnen gehaald. Na die uitspraak van de Hoge Raad dacht ik: nu gaat het allemaal wat vastere vormen aannemen, we zullen die vereniging eens oprichten.’ En zo geschiedde het.
De Waal deed vanzelfsprekend mee en ook Harry Vale voelde veel voor het idee van zijn vader. De advocaat Tiny Roeffen werd er bij gehaald. Rouvoet werd gebombadeerd tot voorzitter, De Waal werd de penningmeester, Vale werd vice-voorzitter en Roeffen fungeerde als secretaris.
Paul de Waal tekent onder toezicht van Leo Heino en Pierre de Jonge. Hij was het maatje van Steef Rouvoet. De Waal overleed in 1986
Zieltjes winnen
De bedoeling van de vier was, zoals zij het nog steeds noemen, het legaliseren van de branche. Het hoogste doel was De Wet. Er moest landelijke rechtsgelijkheid komen, rechtszekerheid. Er moest een einde komen aan dat vergunningenstelsel dat uitging van willekeur. Het bestuur van de nieuwe vereniging wilde opkomen voor de belangen van de bedrijven in de sector.
En het lijkt een modern begrip, maar ook 25 jaar geleden werd de branche al achtervolgd door een negatief imago. “Mijn oordeel over deze automaten is, dat zij naar twee zijden fataal kunnen werken, aldus de burgemeester.”, schrijft een oud krantebericht uit 1953.
“In de eerste plaats, dat zij verleiden tot het doen van onverantwoorde uitgaven en voorts omdat zij de spaarzin doden vooral wat de jeugd betreft.”
Argwaan
De eerste vergadering was in het Metropole in Den Bosch, dat weten de heren nog goed. Ze kijken elkaar aan, lachen en begrijpen elkaar. De activiteiten stonden in den beginne op een laag pitje. ‘Ik zat dat eerste jaar alleen maar achter de leden aan’, vertelt Rouvoet.
Steef Rouvoet (onmiskenbaar links) was altijd overal bij. Hij is misschien wel de grootste gangmaker in de branche te noemen. Rechts van hem? (foto uit 1973)
Hier en daar bestond er wat argwaan onder de ondernemers “van boven de grote rivieren” tegen dat bestuur dat uit het zuiden kwam. Maar Rouvoet liet zich door niets en niemand tegenhouden. Hij ging bijvoorbeeld naar de Horecava om zieltjes te winnen.
Aan het eind van het jaar stonden 95 leden genoteerd. Er waren twee soorten leden, a-leden en b-leden. De b-leden waren de kastelijns. Voor vijf tientjes mochten zij zich aansluiten. De a-leden, de automatenhandelaren, betaalden honderd gulden.
Ondertussen liet de Wet op de kansspelen uit 1964 steeds duidelijker te wensen over. Er kwamen steeds meer nieuwe apparaten en de scheidslijn tussen behendigheid en kansspel bleek te vaag. Er werden miljoenen geïnvesteerd, zonder dat er zekerheid was over de legaliteit van de bedrijven en dus de continuïteit. Om maar niet te spreken over de rentabiliteit van de investeringen, omdat op bevel van een burgemeester vaak van de één op de andere dag machines uit de exploitatie moesten worden genomen.
Het krantebericht uit 1953 zegt het al: “De exploitanten van deze automaten – het zijn er een dertigtal, die in het bezit zijn van ca. 2000 automaten – vragen zich intussen af, wat wel en wat niet is toegestaan. De apparaten – er zijn speeltafels, die meer dan f 15.000 per stuk kosten – zijn veelal ingevoerd, uit Amerika tegen vrije dollars, waarbij ca. 60% aan invoerrechten, belasting ed. moest worden betaald”.
Niet-bonafide ondernemers staken de kop op. De VAN deed zijn werk en bracht de problemen onder de aandacht. In 1972-1973 onderging de Wet op de kansspelen een eerste grondige wijziging, vooral voor de casino’s. Ook richtte het bestuur, samen met internationale collega’s, de Benelumat (samenwerkingsverband met Belgie en Luxemburg) en Euromat, de voorloper van de huidige Europese vereniging Euromat op.
De jonge Harry Vale (rechts), hier in vergadering met Stan Loontjens (midden) en Jan Bonder (links) richtte mede de VAN op om een betere regelgeving te krijgen in Nederland. (foto uit 1973)
Op binnenlandse bodem bundelden de MC en de VAN hun krachten. Deze vergroote VAN besloot zich aan te sluiten bij het NKOV, het Nederlandse Katholieke Ondernemers Verband. ‘Geen enkele andere club, wilde je toen’, onderstreept Rouvoet nog eens. Nog later sloot ook de Autex zich aan bij de VAN.
En zo begon de vereniging langzaam maar zeker daadwerkelijk gestalte te krijgen.
Algemeen belang
In 1974 trok Rouvoet Anton Zondag aan, die zijn werkzaamheden bij het NKOV toch al neer wilde leggen. De accountant van de Bossche ondernemer was overleden en Zondag nam die taken over en werd adjunct- directeur van Cosmopolitan Amusement bv. Part-time werkte hij ook als secretaris van de VAN.
Tiny Roeffen vertrok, hij had zijn verenigingswerk danig laten versloffen. Ook de voorzittershamer wisselde van hand. Bertus van Dessel, exploitant uit Meijel, nam het over van Rouvoet die vice-voorzitter werd.
Zondag trof in de administratie slechts drie automatisch betalende leden aan. ‘Als er geld nodig was voor het een of ander’ vertelt Vale, ‘dan trok altijd wel iemand zijn portemonnee open’. Twee keer per jaar kwam de club bij elkaar. Na afloop sloegen de bestuurders elkaar op de schouder en dronken een borrel. En nog één, en nog één. En dat functioneerde nog ook.
‘Het bestuur diende het algemeen belang’, legt Rouvoet uit. ‘We lieten echt wel eens eigen zaken schieten voor het algemeen belang. Vrijwillig hield men zich aan beperkingen die we onszelf wilde opleggen. Een voorbeeld daarvan zijn de opvoerders. Dat was enkele jaren later.
Toen die de kop opstaken hebben we ze vrijwillig weggehaald. Sommigen zeiden nog tegen mij “Steef, doe het niet, dadelijk schieten ze je nog voor je donder”, maar toen het bleek te werken, deed iedereen mee’.
Zondag zette er vaart achter. Aanvankelijk besteedde hij zo’n 4 uur in de week aan de VAN maar al snel werden dat er veertig à zestig. Er kwam een heus secretariaat met een medewerkster aan de Christinastraat in Middelrode, waar Zondag woonde.
Rouvoet bleef tot 1982 vice-voorzitter en bestuurslid. Harry Vale vertrok in 1977 uit het bestuur maar kwam in 1981 voor een half jaar terug. Actief in het verenigingsbestuur zijn ze niet meer, maar betrokken voelen ze zich nog steeds. Ze zijn nou niet bepaald in het verleden blijven steken.
Harry Vale (links) en Steef Rouvoet (rechts) blijven dol op spelletjes
Er borrelt wel het een en ander naar boven als er naar gevraagd wordt, maar hun gedachten worden vooral beheerst door het heden. De ontwikkelingen gaan ze, en dat niet alleen beroepsmatig, zeer aan het hart. Het doet ze pijn om te zien hoe moeizaam de contacten soms zijn. ‘Vroeger gaf je als bestuur het voorbeeld en iedereen deed mee. Het was ook veel gezelliger toen’, zegt Rouvoet doe- lend op de Franse cognac na afloop.
‘Vergaderen was belangrijk, maar een drankje ook’, vult Vale aan. ‘Samen losten we zo problemen op’. ‘Nu zit iedereen al in de auto voordat de vergadering is afgelopen’, zegt Rouvoet hoofdschuddend. Wat hem het meest stoort is de apathie van de leden. ‘Hoe die erbij zitten op een ledenvergadering! Ze kijken alsof het ze niks aan gaat, alsof ze niet beseffen wat ze boven het hoofd hangt!’
Het is allemaal zo wetenschappelijk geworden, vinden de oprichters. ‘Je wordt overladen met sjieke instituten en rapporten, daar heb ik het zo moeilijk mee gehad. De leden begrijpen dat niet’, zegt Vale als oudgediende.
Ze zijn een jaartje ouder geworden, Harry Vale en Steef Rouvoet. Maar ze voelen zich nog steeds nauw betrokken bij de VAN
Vale windt zich erg op. Eerlijk gezegd staat hij op ontploffen. De VAN wordt nu om de oren geslagen met het grootste wapenfeit van haar bestaan: De Wet. Vale is hevig ondersteboven van de voorstellen van het kabinet die zijn levenswerk zo bedreigen. ‘De overheid is mijn grootste frustatie! Het is niet de VAN die gefaald heeft, oh nee!
De overheid ziet gewoon de gevolgen niet van dit willekeurig beleid. Dit is gewoon een voorbeeld van onbehoorlijk bestuur! We hebben samen in de Commissie Nijpels gezocht naar een aanvaardbare oplossing. Iedereen is bereid het probleem beheersbaar te maken. Alle personeelsleden volgen cursussen, we sluiten convenanten die goede resultaten opleveren en ga zo maar door.
Ik heb dagelijks te maken met principes van gemeenten die stammen uit de 18e eeuw, terwijl wij feiten kunnen aantonen. De resultaten van convenanten zijn goed. Rendabele exploitatie is uitgangspunt van de wet en daar wordt nu totaal aan voorbij gegaan. Van de 1 tot 1,5 miljoen spelers zijn er naar schatting 30.000 tot 60.000 mensen die er – helaas – niet goed mee om kunnen gaan. Dat betekent een paar procent! procent!
Als je je ziet wat je in de casino’s kunt verliezen en wat daar aan automaten staat! Vale maakt wilde bewegingen. ‘Ach, schei maar uit!’ ‘De regering heeft gewoon boter op d’r hoofd’, zegt Rouvoet op zijn eigen nuchtere manier. ‘De overheid wil de exploitatie van kansspelen uit particuliere handen halen’.
Volgens Rouvoet en Vale zijn de zijn gevolgen nu al duidelijk merkbaar. De illegaliteit steekt overal de kop op. Rouvoet: ‘Louche figuren bellen je gewoon op voor Random Runners’. Wat bedaart steekt Vale aan het eind van het gesprek toch ook even de hand in eigen boezem: ‘We hadden de signalen eerder moeten oppikken, de leden hadden moeten volgen.
Jammer dat de hebzucht in de branche sporen heeft nagelaten, waar je je vragen over kunt hebben’.
Nawoord Gokkasten Archief:
Tot 1977 zat Harry Vale in het hoofdbestuur.
Mensen in het Hoofdbestuur en Dagelijks bestuur in al die jaren waren Dirk Lindenbergh (eigenaar Playtronics Groningen en later gefuseerd met Rouvoet tot Errel), Leo Heino, Kees Wetsteijn, Frans Staudenmaijer, Pierre de Jonge, Louis Michon.
Na een lichte hartaanval van Bertus van Dessel wordt het voorzitterschap overgedragen aan Dirk Lindenbergh.
Kees Wetsteijn, Frans Staudenmaijer zijn in 1987 afgetreden.
Bronvermelding: Automaten Magazine Februari 1996